Hoor je dat geluid? Nee, niet de graafmachines op Metro 3, of het gerinkel van verse tegels op het Refresh-programma, maar het luide gekraak van het briefpapier waarop de Belgische regering elke maand een nieuw cijfer voor het overheidstekort drukt… 25,5 miljard dit jaar? 104% van het BBP? Goed, we kunnen de begroting in de Science Fiction-rubriek plaatsen – of beter gezegd, in de Belgische tragedie in meerdere bedrijven.
Ik ga zitten in mijn favoriete café in Elsene. De rekening stijgt, maar nooit zo hoog als het federale tekort. Om me heen zitten studenten, oma’s en arbeiders te rekenen. De ober zegt: “In België kost alles uiteindelijk meer dan je verwacht”. Dat doet me denken aan een Noord-Zuidtunnel. Maar vandaag wil ik het hebben over het land als geheel, dit budgettaire koninkrijk waar miljarden groeien als onkruid en de schuld sneller aanzwelt dan een pak chips op een zaterdagavond.
Welkom bij Debtland
Europa rommelt, België lacht. Of doet alsof: in Brussel stevenen we recht af op de mythische grens van een federaal tekort van 26 miljard euro in 2025. We zijn de grens van 100% schuld/BBP gepasseerd en stevenen af op 126% in 2035. De ratingbureaus stikken in hun rekenmachines en de Europese Commissie deelt gedesillusioneerde lerarenbriefjes uit: “We moeten ons vermannen, kinderen.
Mijn journalistieke buurman, die de situatie al jaren analyseert, kijkt weer naar de cijfers. Hij veegt zijn ogen af, niet vanwege de pollen, maar vanwege het budget voor sociale zekerheid: binnenkort 32% van het BBP om pensioenen en zorg te betalen, want iedereen leeft hier lang, soms heel lang, zonder te werken. Politici proberen nog steeds verstoppertje te spelen met de realiteit. Hoe zit het met de schuld? “We zien wel, we spreiden het wel”. De tekorten? “We hebben zeven jaar om het op te lossen! De ironie is dat in België de overgangsperiode een permanente en geïnstitutionaliseerde manier van besturen is geworden.
Kroniek van de afgrond
Ondertussen is Wallonië aan het rekenen: het gaat 1,4 miljard euro uitgeven om de leningen van Covid af te betalen. De ministers hebben het over “verantwoorde pretentie” en de Federatie Wallonië-Brussel over “verduurzaamde hulp voor jongeren”. Maar het is allemaal in de marge: om het gat te dichten verkopen we een stukje van ons erfgoed, besparen we hier en daar 268 miljoen en bidden we vooral dat er een Europese meevaller uit de lucht komt vallen. Europa kijkt overigens vanuit zijn ooghoeken toe, maar heeft andere vissen te bakken tussen Italië, Frankrijk en Duitsland.
In cafés worden budgetgesprekken al snel surrealistisch: “Heb je de nieuwe beoordeling gezien? Ze voorspellen groei, maar pas op, het heet ‘platte groei’ en het is net alcoholvrij bier” zegt een klant in de bar ernaast. De economische experts vermenigvuldigen hun modellen. Het grote publiek daarentegen haalt telkens zijn rekenmachine tevoorschijn als de regering een herstelplan aankondigt, en legt het apparaat vervolgens weg, zuchtend: “Zolang ze maar niet aan mijn vakanties of mijn Netflix-abonnement komen…”.
Begroting: gebruiksaanwijzing
In België is de overheidsbegroting een levend verhaal – als een Netflix-saga zonder einde, met wendingen die een Vlaamse soap waardig zijn.
-
Akte 1: We beginnen het jaar met een “initiële” begroting, vol goede voornemens, elegante lijnen en goed uitgelijnde kolommen. Het zorgt voor evenwicht, herstel en investering.
-
Akte 2: Het onverwachte gebeurt. We ontdekken dat de NMBS plots geherfinancierd moet worden, dat de honoraria van spoedartsen gestegen zijn en dat de belastinghervorming geen vooruitgang boekt.
-
Akte 3: We passen ons aan. Er wordt gestemd over aanpassingen en afwegingen worden herzien, met steeds meer uitgaven voor defensie en sociale zekerheid. De Waalse gewestbegroting van haar kant walst tussen aangekondigde besparingen (268 miljoen), herbevestigde prioriteiten (onderwijs en jeugd) en belastingen… die vermeden worden. Het is al moeilijk genoeg om je loonbriefje te lezen.
De Bermudadriehoek van de Belgische begroting
De gonzostijl komt het best tot zijn recht bij het ontcijferen van klassieke anomalieën:
-
De schuld stijgt, iedereen kan het zien, maar niemand weet echt wie zich er zorgen over moet maken. We maken grappen over ambtenaren en bezuinigingen, we investeren in zonnepanelen en erfgoedrenovatie terwijl we gaten in onze sokken en tunnels laten vallen.
-
Brandweerlieden krijgen nieuwe trucks, maar ziekenhuizen worstelen met investeringsplannen en bevriezen van hun budget. Leraren demonstreren, gepensioneerden tekenen petities en studenten kamperen voor een beurs die er nooit zal komen.
De federale regering van haar kant past haar retoriek aan: “We zijn ons bewust van wat er op het spel staat, het traject zal worden aangehouden! Maar we weten allemaal dat de volgende keer dat de EU onder de loep wordt genomen, iedereen tot de orde zal worden geroepen. De ministers kiezen voor een afwachtende strategie om het parlementaire reces door te komen en dan zien we wel in september wanneer de bezuinigingsmaatregelen van kracht worden.
De Belgische belastingbetaler: tragische held in een eindeloze soap
Wat jou betreft, de gemiddelde burger, jij bekijkt dit alles als een voetbalwedstrijd waar het nationale team speelt tegen het compound interest team. Niemand begrijpt echt de regels, maar je weet dat het spel verloren is.
We horen praten over “structurele hervormingen” en “moeilijke keuzes”. Maar wie gaat dat betalen? De vraag is de kunst van het afleiden in België: het antwoord gaat hand in hand met “we gaan er serieus over nadenken in een diepgaande commissie”. De belastingbetaler blijft brandstof kopen, belasting betalen en metrokaartjes kopen, terwijl hij of zij bang is voor het kaartje dat op een dag de stempel “compensatietunnel métro 3” zal krijgen.
Tussen zwarte humor en fatalisme
De ultieme ironie: telkens als er een begroting wordt aangekondigd, worden er voorzichtige beslissingen en ambitieuze hervormingen beloofd… voor 2029, 2032, of na de pensionering van de verantwoordelijke minister. De Brusselaars en de Walen glimlachen een beetje vermoeid. Zelfs de Vlamingen, die gewoonlijk strenger zijn, buigen het hoofd voor dit grootse begrotingsplan, waarbij iedereen probeert zijn kiezers te sparen en het einde van de partij uit te stellen.
Het meest surrealistische? De aankondiging van een overgangsperiode van 7 jaar om alles weer op de rails te krijgen, alsof het land een pauze kan nemen terwijl de rest van de wereld doordraait. De economische scorekaarten laten “gemengde” resultaten zien, de experts hebben het over “uitdagingen die moeten worden aangegaan” en elke maand koppen de kranten “Begroting: tijd voor hervormingen”. We wachten, we debatteren, we stellen de beslissing uit. Het is de Belgische versie van begrotingssurrealisme: alles (en het tegenovergestelde) kan gebeuren, zolang niemand nu hoeft te beslissen.
Tot slot: Moeten we ons zorgen maken?
De Belg, koning van het compromis, weet dat het echte gevaar niet het tekort zelf is, maar het ongeëvenaarde vermogen van het systeem om de deadline uit te stellen. Ondertussen worden de wegen opnieuw geasfalteerd, staan de trams stil, schittert er een Kuifje-fresco in Stockel, kijkt Europa toe en bereidt iedereen zich voor op een nieuw seizoen van de grote nationale soap: “Begroting – de race tegen de klok… of de race naar de afgrond”.
In mijn café gaat het gesprek verder. Op tafel ligt een bonnetje. Ah, het budget… Deze is tenminste nog leesbaar. Niet zoals die van de overheid.
En terwijl België zijn schuld “beheert”, genieten zijn burgers van een biertje, een tram of een paar sportschoenen. Hervorming? Die wachten hun tijd af. En de belastingbetaler? Die wacht op de volgende aflevering, zonder echt te geloven in een goede afloop.
Zeven jaar om het tekort in België op te jagen (of om van grenzen te leren houden)
Het is 2025, beste lezer. Er zijn mensen die wachten op Metro 3 als de Messias, en dan is er de Belgische staat, die stoïcijns wacht tot de rekening van het begrotingstekort niet meer zo hoog oploopt als een rekening in een Spaanse herberg om 3 uur ’s nachts. Zeven jaar, zeven jaar budgettaire spanning, de grote Europese race tegen de klok: welkom in de thriller van het ‘Remedial Action Plan’. Spoiler alert: er zullen wendingen, koude rillingen en administratieve poëzie zijn.
Brussel, mission impossible: “Bij min 3% ga je onderuit”.
Vanochtend stond in mijn krant de kop “België pleegt zelfmoord”. Ik nies, ik lach, ik verslik me in mijn zwarte koffie. Europa kijkt naar België als een welwillende ouder die toekijkt hoe zijn tiener voor de zoveelste keer belooft zijn kamer voor Kerstmis op te ruimen. Vanaf de volgende tafel kondigt een econoom-filosoof aan: “We gaan het redden. De uitgaven beperken, de pensioenen hervormen, de arbeidsmarkt door elkaar schudden. Zeven jaar is lang, toch?
Aflevering 1: Uitgaven beheersen
Er is geen sprake meer van dat we de teugels laten vieren. De Commissie heeft het allemaal vastgelegd: de groei van de uitgaven is vastgesteld op 3,6% voor 2025, dan 2,5% en vervolgens 2,1% tegen 2029. Het is net een Weight Watchers-dieet: bij de minste overschrijding wordt Europa wakker geschud. Geen all-you-can-eat buffetten meer voor overheden, leve de soberheid!
Het hele land bereidt zich voor: ambtenaren slijpen hun potloden, ministers bergen hun archiefkasten op en burgers vragen zich af: betekent dit minder fluorescerende infrastructuur? Minder regionale festiviteiten? Of gewoon meer papierwerk om een btw-verlaging op je Ikea-keuken te krijgen?
De drie pijlers van budgettaire hoop
Dan moeten we, om de Trojka te behagen zonder terug te deinzen, het woord gebruiken dat elke Belgische politicus afschrikt: structurele hervorming.
Eén: Pensioenen, het monster van Loch Ness
Ze praten erover als over het weer. Langer werken, stimulansen om tot 67 jaar en langer te werken, de jacht op vervroegd pensioen. Oudere mensen daarentegen zullen misschien minder vaak op vakantie gaan of de kunst van het winstgevende vrijwilligerswerk moeten uitvinden. De regering zweert dat met een paar aanpassingen de socialezekerheidsberg zal worden omgetoverd tot een Brabantse heuvel. Parijs behouden?
Twee: De arbeidsmarkt, de jungle van de 21e eeuw
Werkgelegenheid stimuleren, meer flexibiliteit, vereenvoudiging voor zelfstandigen met meerdere kaarten. We willen dat elke Belg tegelijkertijd broodjes kan leveren, Twitch kan streamen, deeltijds kan werken en landbouwconsulent kan zijn. Een stralende, multitaskende toekomst die Silicon Valley zou doen verbleken. En degenen die dromen van een vervroegd pensioen? Die zullen een 2e (of zelfs 3e) baan moeten verzinnen om niet in de bocht te vallen.
Drie: De uitgebrande fiscus, eindelijk opnieuw uitgevonden!
Alleen al dit jaar vinden we de onroerendgoedbelasting opnieuw uit, digitaliseren we alles en starten we een epische jacht op fraude. De beroemde DLU – regularisatie van niet-aangegeven kapitaal – wordt naar buiten gebracht: “Betalen, verbergen, we vergeten”. Tegelijkertijd int België dividenden van overheidsinstellingen (“Banque nationale, tu craches encore?”) en belast daarbij vaag bevroren Russische portemonnees. Genoeg om Panama jaloers te maken – maar alleen voor even.
Prioriteiten, compromissen en veel gepraat
Ze beloven het behoud van onderwijs, gezondheid, jeugd en de energietransitie. In het geheim zijn alle ministers bang om als eerste te bezuinigen op deze heilige koeien. Ze kondigen aan dat productieve investeringen behouden zullen blijven, terwijl ze overbodige uitgaven opsporen als een redactielid dat spelfouten telt in het Belgisch Staatsblad. Het recept: besparingen hier, prioriteiten daar… op voorwaarde dat er niets, of bijna niets, verandert.
De kunst van het uitstellen, of het grote spel van de administratieve tunnel
Er is geen vergissing mogelijk: elk half jaar zal de vooruitgang aan Brussel worden gepresenteerd (de echte, die in Europa). Ministers moeten dia’s, tabellen en prognoses laten zien en een grimmig gezicht trekken als het traject, surprise, ontspoort. Het publiek, aan de andere kant, heeft de boodschap begrepen: maak je op voor zeven seizoenen begrotingsrapportage, vol novlangue en grafieken. Het is de nieuwe nationale realityshow.
België, een laboratorium voor fiscaal geduld
Van eenmalige dividenden tot belastinghervormingen, alles is mogelijk om de gaten te dichten. Zelfs bevroren Russische fondsen. Zelfs belastingen op alles wat nog belast moet worden. In dit tempo zal België binnenkort zijn expertise in schuldbeheer kunnen exporteren: een model gebaseerd op uitstel en kwartaalaanpassingen met terugwerkende kracht. Het is bijna een Olympische discipline.
Wie wint er uiteindelijk?
Laatste spoiler: als alles goed gaat, zit België over zeven jaar weer onder de noodlottige drempel van 3%. Ministers gaan op vakantie, burgers nemen een adempauze en Europa zal feliciteren met een halve knipoog – terwijl we wachten op de volgende cyclus, de volgende crisis of de volgende tunnel die gegraven moet worden.
Maar tot die tijd? Houd je belastingformulier, je pensioenleeftijd en je bonussen in de gaten. En we wachten stoïcijns af tot de volgende hervorming deze keer de juiste is. Of niet.
In België is schuld nooit een probleem, maar een uitnodiging tot creativiteit. Zeven jaar om alles op te lossen? Tijd genoeg om de klimop op de poorten van metro 3 te zien groeien en te applaudisseren voor de kampioenen van de onmogelijke vergelijking. Tot in 2032 voor de prijsuitreiking (en, wie weet, een nieuw seizoen van de grote Belgische begrotingstunnel).

Alice Vandendorpe est une rédactrice chevronnée avec plus de 10 ans d’expérience dans le journalisme. Elle excelle dans la création de contenus captivants et informatifs, et dirige notre équipe avec passion et dévouement.
0 reacties