Werkende armen: er zijn er meer dan gedacht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

9 dec 2025 | Nieuws | 0 Reacties

Rate this post

De onzekerheid van werknemers in Brussel onthuld

Uit een rapport van het Observatoire bruxellois de la Santé et du Social blijkt dat 9,6% van de werkenden in het Gewest ‘werkende armen’ zijn, een percentage dat dubbel zo hoog ligt als het nationale gemiddelde. Achter dit cijfer gaan trajecten schuil die gekenmerkt worden door instabiliteit, onzichtbaarheid en het ontbreken van sociale rechten. Aan de vooravond van de presentatie van het document aan het Brussels Parlement wordt het dringend noodzakelijk om de wortels van deze nieuwe armoede onder werkenden te begrijpen.

De cijfers zijn veel somberder dan verwacht

Met een armoedecijfer van 9,6% ligt Brussel ver boven het Belgische gemiddelde van 4,7%, Wallonië 5% en Vlaanderen 3,7%. Concreet leeft bijna een op de tien werkende Brusselaars onder de armoedegrens ondanks het feit dat ze een baan hebben. Volgens het Observatorium houden deze cijfers echter “geen rekening met de specifieke kenmerken van de hoofdstad”: ze negeren hybride vormen van werk en de informele economie. In de praktijk berekent de nationale methodologie het percentage mensen met een beroepsinkomen dat niet hoger is dan 60% van het mediane inkomen, zonder onderscheid te maken tussen korte contracten, variabele uren of meerdere statussen. Toch is het precies die versnippering van activiteiten die de onzekerheid in Brussel voedt.

Waarom officiële statistieken onzekerheid onderschatten

Het rapport bekritiseert de restrictieve definitie van “werkende armen” die op federaal niveau wordt gebruikt en stelt een bredere definitie voor. Uiteindelijk is het de bedoeling om beter rekening te houden met trajecten die een combinatie zijn van vast werk, tijdelijk werk, freelancen, werken als zelfstandige of werken via digitale platforms. Deze vormen van tewerkstelling, die vaak als flexibel worden beschouwd, betekenen in werkelijkheid schommelende inkomens en lage periodes zonder sociale bescherming. Deze versnippering stelt werknemers bloot aan verlies van rechten, het niet kunnen aanvragen van werkloosheids- of gezinsuitkeringen en de onmogelijkheid om pensioenrechten op te bouwen. Het kapitaal, waar meerdere statussen en de behoefte aan zichtbaarheid naast elkaar bestaan, heeft daarom beter aangepaste indicatoren nodig.

Lire aussi :  La Note Salée du Saint-Père: 3 miljoen euro voor... 37.500 mensen

Gefragmenteerde en onzichtbare carrièrepaden

Het document maakt een onderscheid tussen drie ‘gezichten’ van onzekere werkgelegenheid in Brussel. De zichtbare kant omvat werknemers met een contract van onbepaalde of bepaalde duur, tijdelijke werknemers en zelfstandigen met een kort contract of die te weinig uren werken. De vage kant beschrijft hybride trajecten die formele tewerkstelling, flexjobs, sociale uitkeringen en soms informeel werk combineren. De onzichtbare kant tenslotte betreft mensen die volledig ‘onder de tafel’ werken, vaak zonder papieren, in risicovolle omstandigheden en zonder enige bescherming. Samen geven deze drie categorieën de mate van onzekerheid weer die zich aan traditionele tellingen onttrekt.

De sociale en psychologische gevolgen

Lichamelijke en psychische slijtage is vooral groot bij zwaar werk of werk dat slecht gewaardeerd wordt. In de praktijk staan werknemers in onzeker dienstverband onder constante stress door de veelheid aan werkgevers en het onzekere inkomen. Daarnaast verergeren ongelijkheden op basis van geslacht, afkomst, leeftijd of gezondheid deze trajecten: vrouwen, migranten en ouderen zijn oververtegenwoordigd in de meest kwetsbare categorieën. Dit mechanisme creëert ‘blijvende onzekerheid’, wat de sociale cohesie onder druk zet en het risico op armoede tussen generaties aanwakkert. Op de lange termijn kunnen het gebrek aan toegang tot sociale rechten en de toegenomen afhankelijkheid van werknemers van hun werkgevers het gevoel van uitsluiting versterken en de geestelijke gezondheid van degenen die het meeste risico lopen verzwakken.

Politiek debat en mogelijke oplossingen

Het verslag wordt op 9 december besproken in het Brussels Parlement, waar de verkozenen zullen moeten beslissen of de definitie van werkende armen wordt verruimd en of de sociale bepalingen worden aangepast. Er zijn een aantal mogelijkheden naar voren gekomen: het versterken van de rechten van platformwerkers, het creëren van stabiele contracten voor zelfstandigen, het vereenvoudigen van de toegang tot uitkeringen en het introduceren van erkenningsmechanismen voor informeel werk. Sommigen vrezen echter dat te veel steun niet-werken zal aanmoedigen of de belastingdruk zal verhogen. Anderen benadrukken het belang van het koppelen van deze maatregelen aan een beter gereguleerd huisvestingsbeleid. Uiteindelijk moet er een delicaat evenwicht gevonden worden tussen meer steun voor de meest kwetsbaren en het behoud van de inzetbaarheid.

Lire aussi :  Begroting 2025: Als Brussel jongleert met centen... en miljarden

Naar meer zichtbaarheid voor het stedelijke precariaat

Brussel ontpopt zich als een laboratorium voor hedendaagse casualisering, waar geografie, geschiedenis en sociale diversiteit de complexiteit van de arbeidsmarkt versnellen. Veranderingen in de organisatie van werk, de proliferatie van tussenpersonen en de digitale economie hebben carrièrepaden een nieuwe vorm gegeven. Om de statistische onzichtbaarheid te doorbreken, is het dringend nodig om meer verfijnde indicatoren te gebruiken en de sociale bescherming te herdenken. In een tijd waarin de Belgische hoofdstad streeft naar een rechtvaardige ontwikkeling, is de erkenning en bestrijding van armoede onder werkenden een belangrijke uitdaging voor zowel publieke beleidsmakers als maatschappelijke organisaties.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verwante artikelen