In de zomer van 2025 polariseert de fusie van politiezones in Brussel het politieke en sociale debat. Terwijl drugsgerelateerde schietpartijen de krantenkoppen halen, neemt de federale regering een beslissing: zes politiezones worden een ‘superzone’ en de geschiedenis van de Belgische politie – de rijkswacht, de gerechtelijke politie en de gemeentepolitie – begint aan een nieuw hoofdstuk. Om deze grote hervorming te begrijpen, moeten we teruggaan naar de tijd vóór de fusie, Europese modellen onderzoeken, de argumenten van voor- en tegenstanders ontcijferen en de noodzaak van verandering in vraag stellen.
Vóór de fusie: het oude systeem en zijn gebreken
1. Drie lichamen, tegengestelde logica
Vóór 2001 had België drie grote autonome organen:
-
De nationale gendarmerie: een gemilitariseerde macht onder het gezag van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Defensie, verantwoordelijk voor het handhaven van de orde en de nationale rechtshandhaving.
-
Gerechtelijke politie verbonden aan parketten: verantwoordelijk voor het onderzoeken van misdaden en overtredingen, onder het gezag van de openbare aanklagers.
-
De gemeentepolitie: onder het gezag van de burgemeesters, belast met de handhaving van de lokale orde en de administratieve politie in elke gemeente (19 in Brussel).
Tijdens grote nationale crisissen (Dutroux, de Brabantse moordenaars) bleek de samenwerking te ontbreken: rivaliteit, verkokering van informatie, afwezigheid van een gecoördineerde keten, territoriale versnippering. Als antwoord op deze “disfuncties” voerde de regering een structurele hervorming in: een “geïntegreerde” politie op twee niveaus, federaal en lokaal, met de creatie van actiezones.
De fusie van de Belgische politiediensten: post-Dutroux hervorming
De fusie werd doorgevoerd op 1 januari 2001. Doelstellingen:
-
Middelen en informatie bundelen
-
Het strafrechtsysteem garanderen
-
Beter gecoördineerd crisisbeheer
In Brussel werden 6 politiezones gecreëerd, die elk meerdere gemeenten omvatten. Maar de gemeentelijke identiteit bleef sterk en de burgemeesters behielden de controle over de lokale politie. De tekortkomingen werden al snel duidelijk: de coördinatie tussen de zones bleef complex en de versnippering van de middelen vormde een belemmering voor grootschalige acties tegen de georganiseerde misdaad en drugshandel. Het debat over een superzone laaide weer op in de jaren 2010.
Verschillende Brusselse burgemeesters zijn bijzonder gehecht aan hun lokale politie en zijn duidelijk gekant tegen het samenvoegen van politiezones. De namen die het vaakst naar voren komen zijn :
-
Olivier Maingain (ex-DéFI, Sint-Lambrechts-Woluwe)
Maingain is publiekelijk tegen de fusie en verdedigt het lokale werk. Hij is van mening dat een superzone de politie zou verwijderen van de realiteit op het terrein en het vertrouwen van de bevolking zou ondermijnen, vooral door een minder gepersonaliseerd beheer van de wijken. In plaats daarvan pleit hij voor extra middelen voor de federale overheid en gespecialiseerde eenheden om zware criminaliteit te bestrijden, zonder de lokale autonomie aan te tasten. -
Philippe Close (PS, Stad Brussel)
Close benadrukt de grondige terreinkennis van de lokale politie en haar sociale rol bij de burgers. Hij ziet de wijkagent als een eerstelijns sociaal werker die informatie kan doorgeven en de veiligheid zo dicht mogelijk bij de bewoners kan garanderen. Volgens hem zou het sluiten van dit kanaal een groot verlies zijn voor de stad. -
Vincent De Wolf (MR, Etterbeek)
De Wolf is van mening dat de zes Brusselse politiezones al de “optimale omvang” hebben bereikt om hun kerntaken uit te voeren. Volgens hem zou een fusie een simplistisch antwoord zijn op complexe uitdagingen. Hij verdedigt de huidige organisatie als efficiënt en aangepast aan de diversiteit van de Brusselse wijken. Nu de MR aan het roer staat, verandert hij een beetje van mening, maar het is duidelijk dat hij daartoe gedwongen wordt. -
Benoît Cerexhe (Les Engagés, Sint-Pieters-Woluwe)
Cerexhe bekritiseert een hervorming die zonder enig echt debat wordt opgelegd, volgens hem ingegeven door partijdige eisen. Hij is van mening dat de lokale veiligheid niet zal verbeteren door een fusie en dat de chronische onderfinanciering eerst moet worden gecorrigeerd voordat er een structurele reorganisatie plaatsvindt. -
Jean Spinette (PS, Sint-Gillis)
Spinette hekelt een hervorming die volgens hem discriminerend is en door de federale overheid is opgelegd zonder voldoende overleg. Hij belooft de lokale specificiteiten te verdedigen en juridische stappen te ondernemen als de fusie wordt opgelegd.
Waarom willen ze hun lokale politie?
-
Nabijheid en efficiëntie: De burgemeesters geloven dat een lokale politie doeltreffender is om snel te reageren op de verwachtingen van de burgers, om haar acties aan te passen aan de specifieke behoeften van elke buurt en om de vertrouwensband te behouden.
-
Lokale kennis: Lokale medewerkers kennen de spelers, plaatsen, families en problemen in hun lokale omgeving, wat het makkelijker maakt om conflicten te voorkomen en op te lossen.
-
Sociale rol: Community policing speelt ook een sociale rol, soms als sociaal werker of bemiddelaar, wat moeilijk te garanderen is in een al te gecentraliseerde structuur.
-
Lokale politieke controle: Voor gemeenteraadsleden is controle houden over de politieorganisatie ook een kwestie van bestuur en invloed, zodat ze veiligheidsprioriteiten kunnen stellen op basis van de behoeften van het gebied en de lokale politieke wil.
-
Concrete resultaten: Ze benadrukken de bestaande synergieën tussen de gebieden (evenementen, stedelijke veiligheid, strafdossiers zoals Sky ECC) en de doeltreffendheid, ondanks onderfinanciering.
Kortom, deze burgemeesters verdedigen de lokale politie om een op maat gemaakte dienstverlening dicht bij de burgers te behouden en verwerpen een fusie die zij als bureaucratisch beschouwen, die geen voeling heeft met de realiteit en die van bovenaf wordt opgelegd, zonder garantie op meer efficiëntie.
Antwerpen: het Belgische model van totale fusie
In Antwerpen zijn alle politiekorpsen enkele jaren geleden samengevoegd (eengemaakte zone). De voordelen :
-
Eén commando voor een metropool
-
Nauwere samenwerking met de gerechtelijke politie
-
Snelle respons, grotere flexibiliteit
-
Schaalvoordelen op vlak van uitrusting en personeel
De aanpak van Antwerpen wordt vaak als voorbeeld aangehaald in de strijd tegen drugshandel en het beheer van grote crisissen.
De fusie is echter gepaard gegaan met rationalisatie, wat soms wordt gezien als een verlies van identificatie voor de lokale politie: afstand tot de burgers, de vraag of de lokale wortels behouden moeten blijven. Het model is niet zonder kritiek en vereist een zorgvuldig beheer van uitrusting en territoriale toewijzingen.
Het is verkeerd te geloven dat het samenvoegen van de politiediensten in Antwerpen voldoende is om de criminaliteit terug te dringen. Statistieken voor 2025 tonen aan dat, hoewel Antwerpen één politiezone en een gecentraliseerd commando heeft, de criminaliteitsindex relatief dicht bij die van Brussel blijft.
-
In 2025 zal Antwerpen een misdaadindex van 39,8 hebben, tegenover 55,0 voor Brussel. Dit verschil is er wel, maar Antwerpen is niet een van de veiligste steden in Europa en staat ook onder zware druk van drugshandel en bendegeweld.
-
De Belgische steden met de hoogste veiligheidsscore zijn Gent en Leuven, die ook gefuseerde modellen hebben maar verschillende stedelijke en sociale realiteiten. Dit toont aan dat de organisatie van de politie niet de enige bepalende factor is.
Rapporten wijzen erop dat de georganiseerde misdaad en drugsgerelateerd geweld hoog blijven in de Belgische havens, met name Antwerpen, waar de gefuseerde politie complexe internationale netwerken moet beheren. De resultaten van het gefuseerde model hangen dus ook af van het strafrechtelijk beleid, de Europese samenwerking, de toegekende middelen en de sociale context.
Samengevat garandeert het samenvoegen van politiezones niet automatisch een sterke daling van de criminaliteit: de doeltreffendheid hangt af van veel factoren, waaronder middelen, preventie, justitie en de stedelijke context.
Brussel: de voor- en nadelen
Voorstanders van de fusie
-
Nederlandstalige partijen (N-VA, Vooruit, CD&V): pleiten al jaren voor één zone om de efficiëntie, coherentie en snelheid te verbeteren. Voor deze partijen gaat het erom Brussel op Europese leest te schoeien en het Antwerpse model toe te passen, met één commando, betere coördinatie en meer inspanningen om de georganiseerde misdaad te bestrijden.
-
Federale overheid (MR, Les Engagés): ziet de fusie als een garantie voor efficiëntie, de mogelijkheid om een groter budget te bundelen (meer dan 55 miljoen euro over vijf jaar) en het aanbieden van 6.500 operationele politieagenten. De visie: minder administratie, meer actie.
De tegenstanders
-
DéFI, PS, voormalige burgemeesters: hekelen een “gedwongen hervorming”, een verlies aan nabijheid en een risico op operationele chaos (“logge administratieve machine”). Ze vrezen de verwatering van de lokale knowhow, het verlies van controle en van antwoorden op maat van de burgers. Ze betreuren het gebrek aan personeel en het niet herzien van de “KUL”-normen die het aantal personeelsleden per gemeente bepalen. Voor hen is nabijheid de sleutel tot stedelijke veiligheid en de fusie tast deze band aan zonder hem te versterken.
Parijs: gecentraliseerde nationale politie
In Parijs voert de nationale politie alle functies uit (openbare orde, gerechtelijke politie) onder het gezag van de prefect van politie. De aanpak is hypergecentraliseerd, met sectorale politiebureaus maar één commando vanaf de Place Beauvau. Nabijheid wordt geboden door lokale brigades, maar veiligheid is een nationale verantwoordelijkheid.
De politie is echt effectief als het gaat om crisisbeheer (aanslagen, rellen), maar de afstand tot het beslissingscentrum (tot het ministerie) wordt soms bekritiseerd vanwege het gebrek aan flexibiliteit als het gaat om de specifieke behoeften van volkswijken. De lokale verankering is nog voor verbetering vatbaar, ondanks de inspanningen van de wijkpolitiebureaus.
Berlijn: het Berliner Polizeipräsidium
Berlijn heeft een verenigde politie voor de stad, het Berliner Polizeipräsidium, onder het gezag van een regionale politiechef. De stad beheert alle korpsen met “Dienststellen” verspreid over de verschillende districten. Dit vergemakkelijkt de coördinatie, het delen van gegevens en de mobiliteit van de teams. De Duitse hoofdstad wordt vaak genoemd voor zijn vermogen om interventies snel te coördineren, maar wordt nog steeds geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van de grootte van de stad, de diversiteit van de wijken en de prevalentie van radicalisme.
Lokale wortels worden beter gerespecteerd dankzij territoriale verdelingen, maar centralisatie zorgt voor een globale visie voor de hele stad.
Denemarken: nationale fusie van politiekorpsen
Denemarken heeft zijn lokale en nationale politiekorpsen in 2007 samengevoegd tot één korps (Politi). De Deense politie is verdeeld in 12 districten, die elk onder leiding staan van een districtschef, maar onder het gezag van het ministerie van Justitie. De voordelen:
-
Schaalvoordelen
-
Beter gegevensbeheer
-
Verhoogde mobiliteit van agenten
Maar de fusie heeft geleid tot kritiek op het verlies van lokale aanwezigheid en toegenomen bureaucratisering, wat naar voren is gekomen in debatten over preventie in kwetsbare wijken en het beheer van demonstraties.
Hoe lang debatteren we al over hervorming? Waarom veranderen?
De kwestie van het samenvoegen van de politiezones in Brussel staat al op de agenda sinds de hervorming van 2001, maar komt cyclisch terug bij elke grote crisis (drugshandel, rellen, aanslagen). De Dutroux-zaken en andere gerechtelijke disfuncties van de jaren 1990 waren een belangrijke impuls voor de overstap naar een geïntegreerd model.
Sinds 2015 heeft de toename van het aantal gevallen van coördinatie tussen zones (aanslagen, grote demonstraties, bendeoorlogen) het idee versterkt dat alleen een enkele entiteit een coherente strategische visie en snelle reacties mogelijk maakt.
De heropleving van het geweld in de zomer van 2025 heeft het debat versneld: de versnippering van het commando belemmert het vermogen om snel middelen te mobiliseren, uniforme inlichtingenstrategieën op te stellen en de internationale drugshandel te bestrijden.
Moeten we veranderen? Antwoorden uit de praktijk en van experts
De meningen zijn verdeeld:
-
Verwachte voordelen: één commando, gebundeld budget, betere verdeling van mankracht, gemakkelijker intergemeentelijk onderzoek en betere reactie op crises. Unificatie wordt gezien als een voorwaarde om de veiligheid naar een hoger niveau te tillen.
-
**Gelichte risico’s **: verwatering van de gemeenschapsgerichte politiezorg, bureaucratisering, homogenisering van de antwoorden (die slecht zouden kunnen blijken aan te sluiten bij de diversiteit van de Brusselse wijken), verlies van lokale verankering voor politieagenten en overleg met burgemeesters.
De geraadpleegde deskundigen benadrukken dat het succes afhangt van de gebruikte methoden:
-
Behoud van lokale politiebureaus en actieve buurten;
-
Voortdurende dialoog met lokale gekozen vertegenwoordigers en burgers;
-
Sterk personeelsbeleid (wervingsbeloften nakomen) ;
-
Budgetten worden regelmatig opnieuw geëvalueerd, met een rendez-vousclausule.
Nog een compromis in Belgische stijl?
De fusie van de politie in Brussel is een grote hervorming, versneld door de veiligheidscrisis, bekrachtigd door de federale regering en geïnspireerd door Europese modellen. Hoewel centralisatie meer coördinatie en efficiëntie belooft, zijn de risico’s reëel: een verlies aan nabijheid, een toename van de bureaucratie en wantrouwen van het publiek ten opzichte van een politiemacht die als ver weg wordt gezien.
Om te slagen moet de toekomstige superzone sterk leiderschap, lokale verankering, reële budgetten en een strategie op maat van de stedelijke diversiteit van Brussel combineren.
Het debat is niet nieuw, maar het is dringender dan ooit: de veiligheid van de Belgische hoofdstad vereist dat we verder gaan dan de status-quo, zonder de verworvenheden van het gemeentelijk model op te geven en ons te laten inspireren door wat elders werkt, om de bevolking te beschermen tegen bedreigingen van een nieuwe soort. Politieke consensus, het mobiliseren van middelen en het experimenteren met Europese modellen zullen de sleutels zijn tot een succesvolle verandering – een verandering waar iedereen naar uitkijkt.
0 reacties