Na de Nutri-Score voor onze borden komt nu de Eco-Score voor onze kledingkasten. Op 1 oktober lanceerde Frankrijk zijn nieuwe milieuclassificatiesysteem voor kleding. Op het eerste gezicht is het een prijzenswaardig initiatief, maar het maakt deel uit van een meer verontrustende trend naar gedragscontrole.
Sinds afgelopen woensdag kunnen Franse consumenten op sommige kledinglabels een nieuw cijfer vinden: de Eco-Score. Deze maatregel, gevalideerd door de Europese Commissie, toont in “impactpunten” de milieukosten van elk kledingstuk, van productie tot het einde van de levensduur. Hoe hoger het cijfer, hoe slechter het artikel is voor de planeet.
Een complex systeem gebaseerd op 16 criteria
Het berekeningsalgoritme is gebaseerd op 16 hoofdcriteria die zijn gedefinieerd door de Europese PEF-methodologie (Product Environmental Footprint), aangevuld met drie specifiek Franse criteria. Deze omvatten CO2-uitstoot, waterverbruik, toxiciteit, het gebruik van fytosanitaire producten, de impact van microvezels, kledingexport buiten Europa en vooral duurzaamheid – een criterium dat rechtstreeks gericht is op fast fashion.
De voorbeelden spreken voor zich: een Chinees katoenen t-shirt van een fast fashion merk scoorde 1.005 punten, terwijl zijn Franse equivalent van biologisch katoen “slechts” 367 punten scoorde. Een Aziatische polyester trui van een ultra fast fashion merk staat bovenaan de scorekaart met 3.605 punten. Frankrijk Info
De Nutri-Score: een model met gemengde resultaten
Laten we, voordat we de vooruitzichten voor dit nieuwe label analyseren, eens kijken naar de effectiviteit van zijn grote broer in voeding. De Nutri-Score, gelanceerd in 2017, heeft gemengde resultaten opgeleverd. Volgens Santé publique France zei 57% van de consumenten die bekend waren met het logo dat ze ten minste één koopgewoonte hadden veranderd in 2020, vergeleken met 26,5% in 2018.
Aan de oppervlakte zijn dit bemoedigende cijfers, maar ze verhullen een meer genuanceerde realiteit. Hoewel de Nutri-Score invloed heeft op wat consumenten zeggen, blijft de werkelijke impact op hun boodschappenmandjes discutabel. De schappen van supermarkten liggen nog steeds vol met ultraverwerkte producten en obesitas blijft toenemen in Frankrijk.
De Eco-Score: tussen goede intentie en complexiteit
Voor kleding ziet de taak er nog ontmoedigender uit. In tegenstelling tot de Nutri-Score met zijn gekleurde letters van A tot E, wordt de Eco-Score uitgedrukt in punten zonder gedefinieerd plafond. Hoe kan de gemiddelde consument begrijpen dat een spijkerbroek met 2000 punten ‘acceptabel’ is en een sok met 500 punten niet? Deze complexiteit zal de toepassing waarschijnlijk drastisch beperken.
Bovendien blijft de weergave optioneel – voorlopig althans. We kunnen ons terecht afvragen wat de motivatie van fast fashion merken is om hun slechte scores vrijwillig te laten zien. Zullen Shein of Temu spontaan hun 3.000+ impactpunten tonen?
Het echte probleem: naar een “persoonlijk koolstofkrediet”?
Maar de Eco-Score is misschien slechts het topje van de ijsberg. Achter deze maatregel gaat een veel ambitieuzer – en zorgwekkender – project schuil: de invoering van een “persoonlijk koolstofkredietsysteem”. Het idee? Elke burger een “milieuportefeuille” van punten toekennen, die bij elke aankoop wordt afgeschreven.
Koop je een piña colada in een café? Je milieukredieten nemen af. Zin in een spijkerbroek in een fast fashion winkel? Je koolstofquota verdampen. Overschrijd je je maandelijkse limiet? Dan kunnen je aankopen worden geblokkeerd, zoals sommige digitale europrojecten met koolstofquota al suggereren.
De onmogelijke vergelijking van totale bewaking
Dit theoretisch aantrekkelijke systeem stuit op een onverbiddelijke realiteit: de toepassing ervan zou gedragscontrole vereisen die een autoritair regime waardig is. Hoe kunnen we de milieu-impact van elke aankoop nauwkeurig berekenen zonder onze burgers voortdurend te volgen? Hoe kunnen individuele quota’s worden vastgesteld zonder individuele levensstijlen te analyseren?
De vereiste technische infrastructuur impliceert een totale interconnectie van gegevens: geolokalisatie, aankoopgeschiedenis, productsamenstelling, transport, persoonlijke gewoonten, enz. Een ecologische Big Brother die onze gewoonten beter kent dan wijzelf.
Wanneer ecologie en totalitarisme elkaar ontmoeten
Achter het nobele milieudoel gaat een zorgwekkende tendens schuil: de wens om individueel gedrag te controleren in naam van het algemeen belang. Dit “sociale koolstofkrediet” volgt dezelfde logica als Chinese beoordelingssystemen voor gedrag, waarbij elke actie wordt beoordeeld, gewaardeerd en bestraft.
Vandaag wordt ons gevraagd onze kleding te beoordelen. Morgen onze reizen, maaltijden en hobby’s. Overmorgen onze meningen, wat we lezen en met wie we omgaan. De spiraal van toezicht wordt in gang gezet onder het mom van “verantwoordelijkheid voor het milieu”.
Het verkeerde goede idee van het moment
De Eco-Score voor textiel is, net als zijn voorganger voor voedsel, een vals goed idee. Nuttig om het bewustzijn te vergroten, ineffectief om blijvende gedragsveranderingen teweeg te brengen en gevaarlijk als het verplicht wordt en wordt uitgebreid naar een persoonlijk koolstofkredietsysteem.
Want naast de technische complexiteit en dubieuze effectiviteit, is het de onderliggende filosofie die het probleem vormt. Is het in een vrije samenleving de rol van de staat om onze consumptiekeuzes voor te schrijven? Om onze “milieudeugd” te kwantificeren? Om onze vrijheid om te kopen te beperken volgens criteria die zij zelf heeft gedefinieerd?
De noodsituatie op klimaatgebied heiligt niet alle middelen. Tussen onderwijs en dwang, tussen bewustmaking en bewaking, gaapt een kloof die onze democratieën nooit mogen overschrijden. De Eco-Score blijft in zijn huidige versie ongevaarlijk. Maar de projecten die erachter vorm krijgen, schetsen een controlemaatschappij die George Orwell niet zou hebben afgewezen.
Ondertussen blijven de Fransen massaal aankopen doen bij Shein, de nummer één retailer waar ze in 2024 hun geld aan uitgaven. Het bewijs, voor zover dat nog nodig was, dat de goede bedoelingen van de overheid vaak botsen met de realiteit van de portemonnee.


0 reacties