De Lijn in hoger beroep veroordeeld voor discriminatie van rolstoelgebruikers
Het Hof van Beroep in Antwerpen heeft de veroordeling van De Lijn voor het overtreden van het Vlaams Gelijke Kansen Decreet en het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap bevestigd. In een maandag gepubliceerd vonnis oordeelden de rechters dat de vervoersmaatschappij de facto systematische belemmeringen opwerpt voor de toegankelijkheid van bussen voor rolstoelgebruikers. Deze uitspraak is een keerpunt: het consolideert de Belgische jurisprudentie over toegankelijkheid en stelt de Vlaamse vervoerder voor nieuwe praktische uitdagingen.
Veroordeling op basis van een discriminerend patroon
Het vonnis in hoger beroep herhaalt de vaststellingen die in december 2023 in eerste aanleg in Mechelen werden gedaan: zestien incidenten tussen 2018 en 2023 verhinderden dat vier rolstoelpassagiers gebruik konden maken van de bussen van De Lijn. In deze situaties stopten de chauffeurs niet aan de voorziene haltes of zetten ze de oprijplaat niet in, bij gebrek aan aangepaste uitrusting of opleiding. Het Hof benadrukt dat er “een patroon kan worden vastgesteld waarin het de betrokken rolstoelgebruikers min of meer systematisch moeilijk, zo niet onmogelijk wordt gemaakt om gebruik te maken van het door De Lijn georganiseerde openbaar vervoer”.
De rechters merkten ook op dat de antwoorden van De Lijn op de opeenvolgende klachten beperkt bleven tot standaardformules, zonder enig document dat de daadwerkelijke uitvoering van de aangekondigde maatregelen bewijst. Volgens het vonnis zijn deze antwoorden “niet geconcretiseerd en gaan ze niet vergezeld van enig bewijs van hun daadwerkelijke uitvoering en/of controle”. Voor het Hof bevestigt dit het bestaan van actieve discriminatie, als gevolg van de aanhoudende weigering van redelijke aanpassingen opgelegd door het Vlaamse wettelijke kader en het VN-Verdrag.
Een wettelijk kader dat gelijke toegang vereist
In Vlaanderen verplicht het Gelijke Kansen Decreet overheden en openbare dienstverlenende bedrijven om niet-discriminerende toegang te garanderen. België heeft ook het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap geratificeerd, dat “toegang tot het openbaar vervoer en de openbare infrastructuur” vereist. In de praktijk moet De Lijn aan deze verplichtingen voldoen of financiële en juridische sancties riskeren.
Deze uitspraak maakt deel uit van een bredere context: verschillende Europese openbaarvervoersbedrijven, met name in Frankrijk, Nederland en Duitsland, zijn al veroordeeld voor soortgelijke tekortkomingen. In België werken de MIVB (Brussel) en de TEC (Wallonië) aan plannen om hun vloot te renoveren en te voorzien van hellingbanen en lage vloeren, terwijl De Lijn nu gedwongen is om haar investeringen te versnellen en haar interne protocollen te herzien.
Sterke steun van Unia en maatschappelijke organisaties
De federale instelling Unia verwelkomde de beslissing van het Hof van Beroep en was van mening dat het een “steun in de rug is voor personen met beperkte mobiliteit, die recht hebben op een betere toegankelijkheid van de Vlaamse openbare vervoersmaatschappij”. Verschillende gehandicaptenverenigingen wijzen er echter op dat het bedrag van 1.300 euro per incident en per klager, dat door de rechters werd beslist, symbolisch blijft gezien de dagelijkse moeilijkheden die men in de loop der jaren heeft ondervonden.
De klagers van hun kant getuigen van het schrijnende karakter van elke gemiste reis en de impact daarvan op hun sociale en beroepsleven. Ze benadrukken ook het belang van doeltreffende sancties om De Lijn te dwingen te investeren in de opleiding van haar chauffeurs, het onderhoud van haar toegangsapparatuur en de opvolging van klachten. Uiteindelijk hopen ze dat deze rechtspraak als voorbeeld zal dienen om een volledige audit van slecht aangepaste lijnen en haltes op te leggen.
De uitdagingen van compliance voor De Lijn
Na de eerste veroordeling ging De Lijn in beroep met het argument dat het bedrijf momenteel werkt aan de verbetering van de toegankelijkheid van zijn vloot. In haar persbericht had het bedrijf het al gehad over de geleidelijke installatie van nieuwe hydraulische oprijplaten en de opleiding van enkele duizenden chauffeurs. Het Hof van Beroep is echter van oordeel dat deze verklaringen een dode letter blijven bij gebrek aan tastbare bewijzen.
Concreet moet De Lijn nu :
- Een nauwkeurig schema presenteren voor technisch werk aan bestaande voertuigen en nieuwe bussen.
- Transparante monitoring van klachten implementeren, met gekwantificeerde en controleerbare rapporten.
- Alle bestuurders systematisch trainen in toegankelijkheidsprocedures en bewezen overtredingen bestraffen.
- Regelmatig samenwerken met Unia en de verenigingen om de voortgang te beoordelen.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot verdere financiële sancties en een verhoogde druk van de media. Verschillende lokale volksvertegenwoordigers in Vlaanderen hebben de directie van De Lijn al ter verantwoording geroepen tijdens parlementaire hoorzittingen, waarbij ze wezen op het risico van imagoschade en een daling van het aantal reizigers.
Naar echt inclusieve mobiliteit
Deze zaak werpt de vraag op naar de effectiviteit van overheidscontroles en de verantwoordelijkheid van transportbedrijven. Hoewel er wetgeving bestaat, wordt deze vaak slecht gehandhaafd. De ervaring van De Lijn toont aan hoe moeilijk het is om formele verbintenissen om te zetten in realiteit op het terrein. Op Europees niveau heeft de Unie echter ambitieuze doelstellingen vastgelegd voor 2030, met name via de verordening over de toegankelijkheid van voertuigen en spoor- en wegeninfrastructuur.
In de praktijk zou het voorbeeld van de MIVB in Brussel De Lijn kunnen inspireren: de openbaarvervoersautoriteit heeft een waarnemingspost voor toegankelijkheid opgericht, die gebruikers en deskundigen samenbrengt en elk jaar een gedetailleerd verslag publiceert. In Wallonië test de TEC sinds 2022 geolokalisatietoepassingen om in realtime melding te maken van pannes op hellingen en liften. Deze initiatieven tonen aan dat een proactief, transparant beleid dat samen met verenigingen wordt ontwikkeld, incidenten snel kan terugdringen.
Uiteindelijk gaat het om meer dan alleen het vergoeden van de slachtoffers: het gaat om het garanderen van echte gelijkheid van rechten, het vrij verkeer van iedereen en het versterken van de sociale cohesie. De Lijn wordt nu onder de loep genomen en de hele Vlaamse samenleving zal haar acties in de gaten houden. De kwestie blijft open, en de effectiviteit van de aangekondigde maatregelen zal bepalen of mobiliteit in Vlaanderen eindelijk inclusief kan worden voor iedereen.
Olivier Meynaerts est un éditorialiste aguerri avec une expérience dans le domaine de l’analyse et de la critique. Reconnu pour sa capacité à interpréter l’actualité avec perspicacité, il offre des perspectives éclairées et provocantes. Sa plume incisive et son engagement envers une information de qualité font de lui un leader d’opinion respecté, guidant notre équipe avec détermination.


0 reacties